School is ook: vijf dagen een Deen over de vloer
Kennismaken met een andere cultuur, omgaan met niet-alledaagse situaties, communiceren in een andere taal en natuurlijk lol maken. Dat zijn al twaalf jaar de speerpunten van de jaarlijkse uitwisseling tussen openbare regionale schoolgemeenschap Lek en Linge in Culemborg en de Marie Kruses Skole in het Deense Farum.
Donderdagochtend, negen uur. Een grote groep leerlingen van Lek en Linge neemt voor de hoofdlocatie aan de Multatulilaan afscheid van de Deense leeftijdgenoten. Nog één keer zwaaien tot de bussen de hoek om zijn en dan over tot de orde van de dag. Nou ja, dat is het voornemen. "Het kan best dat ik tijdens de les in slaap val," lacht Joy Davelaar. "Het was vannacht nogal laat bij het slotfeest." Joy zit in de derde van tweetalig havo en had van zaterdag tot donderdag 'een Deen' over de vloer. "Ze heet Josefine, houdt van sporten en is heel grappig. Ik was in oktober bij haar in Denemarken. We kunnen het goed met elkaar vinden." Die ervaring heeft ook Jaap Aalbering uit 3 tweetalig vwo. "Mikkel houdt net als ik van sporten en van rap. En gamen natuurlijk. Omdat hij in Amerika heeft gewoond, spreekt hij goed Engels."
De uitwisseling begon in 2004 met het tweetalig vwo. De eerste lichting tweetalige leerlingen uit 2002 zat toen in het derde jaar. Na in het eerste én tweede jaar naar Engeland te zijn geweest voor een op leeftijd en ontwikkeling afgestemd programma, krijgen de leerlingen een volgende uitdaging: twee keer vijf dagen optrekken met Deense leeftijdsgenoten, zowel op school, bij excursies als in de thuissituatie.
"De opzet staat in grote lijnen vast, maar wordt per jaar geëvalueerd," zegt sportdocent en mentor Boudewijn Meindertsma, al acht jaar betrokken. "De relatie met onze Deense collega's is prima en met behulp van platforms als Dropbox kunnen we zaken steeds makkelijker voorbereiden. Als het nodig is, sturen we bij. Zo is enkele jaren terug een 'national quarter' geïntroduceerd: zowel Denen als Nederlanders zitten dagelijks in de ochtend een kwartier bij elkaar om in eigen taal de zaken door te nemen. Je kunt makkelijker dingen gladstrijken, want uit zichzelf zullen kinderen niet gauw zeggen dat iets niet lekker loopt. Gelukkig is dat zelden nodig. Elke keer als ik navraag bij ouderejaars, zeggen ze dat het een goede ervaring is geweest."